In het vorige deel van “Ons leven met Sam” vertelde ik over onze overstap naar het L.U.M.C. in Leiden. We hadden geen vertrouwen meer in het Erasmus. Dit blijkt de beste beslissing te zijn die we in maanden hebben gemaakt. Lees hier meer.
Bevalling inleiden en niet reanimeren beleid
Met het team zorgprofessionals is afgesproken dat we de bevalling rond de 37 weken gaan inleiden. De baby moet dan wel minimaal 2500 gram zijn. De dag voor de inleiding overnachten we bij Hans, zodat we ’s ochtends vroeg niet twee uur hoeven te rijden vanuit Zeeland.
Er zijn bepaalde afspraken gemaakt voordat de bevalling ingeleid zou gaan worden. Zo hebben wij de afspraak gemaakt dat de baby niet gereanimeerd zal worden wanneer hij levenloos geboren wordt. Dit was voor ons een heftige beslissing.
Ook hebben we afgesproken dat er wel gebruikt gemaakt dient te worden van ademhalingsondersteuning. Mocht de baby moeite hebben met ademhalen, krijgt hij hier hulp bij. Wij hebben deze beslissing gemaakt, omdat kindjes van 37 weken wel vaker problemen hebben met de ademhaling. Verder wensen wij tijdens de bevalling geen controle door middel van een CTG.
Een ballon
Op de dag zelf moesten we om zeven uur bellen om te vragen of we mochten komen. Als er spoedgevallen tussendoor zouden komen, moesten wij wachten. Dit was jammer genoeg het geval. We zouden later teruggebeld worden als er nog een plekje vrij zou komen. Een paar uur later werden we gebeld dat we toch nog mochten komen.
Samen gingen we op pad naar Leiden. Alle spullen namen we direct mee, want we hadden geen idee hoe het allemaal zou gaan verlopen. Er werd besloten dat er een ballon ingebracht zou worden, omdat er nog geen ontsluiting was. Dit blijkt nogal een karweitje. Door een eerdere lisexcisie heb ik littekenweefsel en blijft de ballon slecht zitten. Na een aantal pogingen zit de ballon goed.
Terug naar huis
Een ballon moet er uiteindelijk vanzelf weer uitvallen. Als dit het geval is, betekent dit dat je minimaal drie centimeter ontsluiting hebt. We besluiten om naar huis te gaan, want dit kan nog uren gaan duren.
Eenmaal thuis aangekomen kijken we nog een filmpje en proberen we te ontspannen. Dit is best lastig, want er spoken allerlei scenarios door mijn hoofd heen. Wat als de baby geen hartslag heeft? Wat als het allemaal niet goed verloopt? Ik probeer de zorgen zoveel mogelijk van mij af te zetten. Nog geen anderhalf uur later voel ik iets raars. De ballon! Hij is er al uitgevallen.
Bellen naar het ziekenhuis
We mochten bellen als de ballon eruit zou vallen. We belden dus direct naar het ziekenhuis, in de hoop dat we direct terug mochten komen. Helaas, het was inmiddels hartstikke druk op de afdeling. Er moest ook nog een kindje overgeplaatst worden van de NICU naar een ander ziekenhuis. Als dit nog niet mogelijk was, zou er nog geen plaats zijn voor onze baby. We spreken af dat we bellen als de weeën op gang komen en anders de volgende ochtend om zes uur bellen. Dan kunnen ze ons laten weten of er een plek is op de kraamafdeling én de NICU.
1 mei 2018
Er kwamen geen weeën op gang en we gaan op tijd naar bed. De volgende ochtend bellen we om zes uur in de ochtend om te kijken of er een plek is. Ze weet het niet zeker en belooft ons direct te bellen wanneer er duidelijkheid is. Na een paar uur krijgen we het verlossende telefoontje. We mogen komen.
We pakken snel de laatste spullen die we mee willen nemen en vertrekken richting Leiden. Het plan: vliezen breken, wachten op weeën en anders aan het infuus met weeënopwekkers. We krijgen een leuke verloskundige die we al eerder hebben gezien. Zij gaat mijn vliezen breken. Na een paar pogingen is het nog niet gelukt. Een ingeleide bevalling gaat tegen de natuur in en op deze manier voelt het ook echt zo. Pas na een paar pogingen lukt het en dat lucht op.
Ik mag een uurtje wachten op de weeën, anders word ik aangesloten op het infuus. Dat wil ik natuurlijk echt niet, dus ik hoop dat het zo snel mogelijk gaat beginnen. Een uur later is er nog geen krampje te bekennen. De klinisch verloskundige besluit om een infuus te gaan plaatsen en de weeënopwekkers aan te zetten.
Weeënstorm en geen ontsluiting
De baby heeft echt nog geen zin om de buik te gaan verlaten. Nog geen half uur nadat het infuus aangezet is, beland ik in een weeënstorm. Het is echt heftig en ik heb dit nog nooit meegemaakt. Meestal ben je er al bijna als je zoveel pijn hebt. Ik vraag of de verloskundige even een check-up wilt doen. Nog geen centimeter erbij! Dit is totaal niet motiverend. Het wordt steeds erger en na een paar uur houd ik het niet meer vol. Ik vraag om een ruggenprik.
De anesthesisten worden gevraagd om langs te komen, maar dit kan niet direct. Omdat ik het echt niet meer trek, zet ik zelf het infuus lager. Dan maar even niks meer. Ik kan het niet meer aan. De emotionele kant van deze bevalling is al zwaar en de pijn verergert dit natuurlijk alleen maar.
Na ongeveer anderhalf of twee uur krijg ik een ruggenprik. Ik ben deze mensen eeuwig dankbaar. De ontsluiting is nog steeds niet vooruit gegaan en dat vind ik erg vervelend. Na de ruggenprik kan ik in ieder geval even bijkomen. Met infuus en al vertrek ik naar de douche, maar daar voel ik mij niet lekker. Gelukkig ben ik niet alleen, want ik val om van de vermoeidheid en pijn.
Tussendoor vang ik nog een glimp op van opa en oma, die mij snel een kus op mijn voorhoofd drukken. Zij logeren in Leiden, zodat zij heel snel bij ons kunnen zijn.
We zijn er bijna!
Deze uurtjes zijn goed vol te houden. De ruggenprik werkt niet 100%, waardoor ik aan één kant van mijn lichaam nog wel wat pijn voel. Dit is gelukkig goed vol te houden en daarna vlot de ontsluiting ook een stuk beter. Een paar uur later komt de verloskundige checken. Bijna volledige ontsluiting, nog even volhouden.
Op een gegeven moment voel ik iets raars. Ik heb natuurlijk nog steeds pijnstilling via de ruggenprik, dus ik herken dit gevoel niet direct als persweeën. Ik geef aan dat ik waarschijnlijk persweeën voel. Het infuus wordt uitgezet, zodat ik beter kan voelen wat er allemaal gebeurd.
Mijn gevoel klopt. Ik heb volledige ontsluiting en persdrang. Ik mag meepersen en vind het zwaar. Ik raak in paniek, want dit is hét moment. Als ik nu terugkijk op de bevalling, heb ik het onbewust allemaal tegen gehouden heel de dag. Ik ben diep van binnen hartstikke bang voor wat er komen gaat. En ook bang dat de baby niet leeft wanneer hij geboren wordt.
In de kamer naast ons staat een team te wachten die de baby eventueel direct kunnen assisteren bij het ademen en die de baby kunnen checken.
Kleine Sam wordt geboren
De verloskundige en verpleegkundige stellen mij gerust en steunen mij waar mogelijk. Het gaat goed en bij elke wee zien we vooruitgang. Ik geef mezelf helemaal over en probeer positief te blijven. Nadat ik 18 minuten mijn best heb gedaan, wordt kleine Sam dan eindelijk geboren. Wat een opluchting, hij huilt!
Eerste verrassing: de superkorte navelstreng! Normaal gesproken krijg je een baby op je borst na de geboorte, maar nu moest eerst de navelstreng worden afgeknipt. Wat is Sam mooi! En wat ziet hij er goed uit! Sam huilt en wordt even bij mij neergelegd. Hij krijgt een mutsje op en een dekentje over zich heen. Er wordt gelijk gecheckt of hij echt een jongetje is.
Direct na de geboorte
Wij hadden verwacht dat Sam direct na de geboorte meegenomen zou worden. Hij deed het echter zo goed, dat hij een uur bij ons mocht blijven. De kinderarts deed uiteraard even wat checks. Hij was zwaar genoeg voor een operatie, had een goede apgarscore en er was geen vuiltje aan de lucht.
De plek voor Sam op de NICU werd in orde gebracht. In de tussentijd mogen wij uitgebreid knuffelen met Sam. We kijken ook gelijk of hij wilt drinken, maar dit wilt hij niet. Wat hebben we genoten van deze tijd!
Na ongeveer anderhalf uur staat de arts in de kamer. Hij neemt Sam mee naar de NICU en papa gaat mee. Ik blijf achter en wordt gecheckt door de verloskundige. Zodra ik weer normaal op mijn benen kan staan (in verband met de werking van de ruggenprik) word ik gewassen door de verpleegkundige. Ik wil alles zo snel mogelijk doen, zodat ik naar de NICU kan om Sam te zien.
Ademstops
Met bed en al rolt de verpleegkundige mij naar de NICU. Daar ligt Sam, met allemaal draadjes en een sonde in zijn mondje. Het was geen fijn gezicht. Ik vraag aan Rico hoe het afgelopen uur is gegaan en dat was niet heel goed. Sam was gestopt met ademen en had even ondersteuning nodig. Ik gaf aan dat Rico wel even naar mijn kamer kon gaan, zodat hij een paar uurtjes kon slapen. In de tussentijd zou ik bij Sam blijven.
Hij is net weg en dan gaat het mis. Er gaan toeters en bellen af en binnen no-time staat heel de kamer vol mensen. Sam is gestopt met ademen en heeft hierbij ondersteuning nodig. Hij is inmiddels helemaal blauw en slap geworden. Het was een heel eng gezicht en ik kon het niet meer aan. Na een lange bevalling was ik lichamelijk en emotioneel uitgeput. Ik wilde terug naar mijn kamer.
De verpleegkundige bracht mij terug en ik vertel aan Rico wat er gaande is. Hij gaat direct terug, zodat Sam niet alleen is. Ondertussen probeer ik een klein beetje uit te rusten, zodat ik alles weer iets beter kan handelen.
Rond half vijf ’s ochtends stuur ik Rico een berichtje, om te vragen hoe het met Sam gaat. Het gaat beter en hij heeft geen erge aanvallen meer gehad. Ik stuur hem dat ik er zo aan kom in mijn rolstoel. Nu is het afwachten op de kinderneuroloog. Er staat een afspraak met haar gepland voor dezelfde middag.
Lees ook: